Joe & ik

De ‘ik’ uit de titel van dit boek is de zestienjarige Woe (Woelie noemt zijn moeder hem en de jongen vindt dat zelf – net als de lezer wellicht – een gekke naam); Joe is Woe’s  vader. Het verhaal dat Woe vertelt, zit vol beginnetjes want hij heeft wel een opschrijfboekje gekocht met de bedoeling daadwerkelijk te gaan schrijven maar hij weet niet goed waar te beginnen. Er is dan ook veel gebeurd dat zijn leven in korte tijd heeft omgegooid. Woe’s thuissituatie is niet optimaal te noemen. Zijn moeder is afwezig want langdurig opgenomen in een psychiatrische instelling. Het huishouden van twee mannen kabbelt maar wat aan: gezonde, afwisselende voeding lijkt geen prioriteit te zijn en de was is een onderneming die pas wordt ondernomen als alle kleerkasten volledig leeg zijn en de geur van de gedragen kleren ook niet meer met deodorant valt te verdoezelen. Woe voelt zich best comfortabel in deze situatie tot blijkt dat zijn vader ernstig ziek is maar de waarheid daarover zo lang mogelijk wil verzwijgen en zelfs ontkennen. Als Joe uiteindelijk toch noodgedwongen wordt opgenomen in het ziekenhuis is zijn boodschap voor de behandelende arts dwingend en niet mis te verstaan: "Ik ben je klant. Ik. Wil. Geen. Informatie. Over. Mijn. Ziekte" (p. 65). Enkel de vraag ‘hoe lang heb ik nog’ wil hij beantwoord zien en het antwoord daarop is bepaald niet geruststellend. Maar Joe heeft nog plannen met zijn zoon. Hij wil nog reizen maken en Europa verkennen met de trein zoals dat gebeurt in Woe’s favoriete dvd-box die hij van zijn moeder als kerstcadeau heeft gekregen: Rail Away. Treinreizen door Europa in een set van negen dvd's.
Omdat het verhaal vanuit het standpunt van Woe zelf wordt verteld, duurt het een tijdje voor de lezer door heeft dat de moeilijke thuissituatie toch sporen heeft nagelaten bij de jongen. In het begin van het verhaal zie je hem ’s avonds naar de winkel van zijn vader lopen op een heel steelse manier: "Dus trok ik de deur dicht en sjeesde de trap af. Ik wachtte achter de voordeur, haalde even diep adem. Niets aan de hand, dacht ik, relax. Ik stapte naar buiten. Dicht bij de huizen blijven, capuchon op, doorlopen. Over vijf minuten zou ik weer ergens binnen zijn." (p. 8) Pas later wordt dan echt duidelijk dat Woe het liefste binnen zit, angst heeft voor het onbekende en buiten gaan zoveel mogelijk vermijdt, zeker overdag wanneer het druk en licht is. Hij verzuimt zelfs een hele tijd de school. Joe’s reisplannen zijn voor Woe dus zeker geen ontspannend vooruitzicht.
Zoals te verwachten verlopen de reizen ook niet onproblematisch, want Joe is echt wel heel ziek en hij heeft eigenlijk niet meer de geschikte conditie om te reizen. Hij wil dit initiatief toch tot een einde brengen want Joe is volgens zijn eigen oordeel enkel goed in iets beginnen, maar kan hij niets afmaken. Deze trip(s) door Europa zijn een cadeau aan zichzelf, aan zijn zoon én aan hen beiden.
Ondanks de geladen thematiek is dit geen somber boek, integendeel. Op luchtige toon en met veel humor beschrijft Woe de relatie met zijn vader en tussen de regels legt hij tegelijkertijd zijn eigen ziel bloot. 'Joe & ik' is een veelzijdige adolescentenroman over vaders en zoons, over omgaan met de dood, over reizen en zeker ook over schrijven en het vertellen van verhalen.