Ik ben ik

Een roze-wit geruit diertje met oranje fladderoren, ronde snuit, grote ogen en blauwe lange staart zou willen weten wie hij eigenlijk is en stelt die vraag aan alle dieren die hij tegenkomt. Telkens heeft hij wel een of andere gelijkenis met het andere dier, maar nooit hoort hij er helemaal bij. Hij is geen kikker, ook geen nijlpaard, geen konijn, zeker ook geen papegaai of schaap en al helemaal geen vis. Ook de paarden kunnen hem niet helpen om dit raadsel op te lossen: "Ik vermoed dat je geen paard bent. Daarvoor is je haar te blauw. Je hebt veel te korte benen. Nee, wij lijken niet op jou". Tot het diertje er zelf achter komt wie hij is…
De tekst op rijm maakt het heerlijk om dit verhaal voor te lezen. Er kan ook nog lang over worden nagepraat. De tekeningen van Susi Weigel zijn afwisselend op de ene pagina in zwart-wit en op de andere in kleur. Alleen het diertje zelf staat altijd in kleur afgebeeld. De illustraties sluiten perfect aan bij de tekst van Mira Lobe, de Oostenrijkse kinderboekenauteur, die meer dan veertig jaar geleden met dit boek een van haar grootste successen kende. Ze overleed in 1995, maar nog steeds worden er ieder jaar 30.000 exemplaren van deze bestseller verkocht. Het verbaast me dan ook dat de Nederlandse vertaling er pas in 2013 is gekomen. Het is een knap en leerrijk prentenboek, met als extraatje een werkbeschrijving om heel eenvoudig zelf een ‘Ik-ben-Ik’-diertje te maken. Wat een goed idee is, want het brengt het verhaal nog dichterbij!