Horen, zien, proeven, ruiken

Een kijkboek met versjes

In dit kleurrijke en stevige prentenboek maken peuters en kleuters kennis met de zintuigen. Elk zintuig wordt ingeleid door een soort strip waarin dat wat het zintuig doet of soms niet doet wordt afgebeeld en beschreven, soms met een waarschuwing erbij., Bij 'Oortjes' bijvoorbeeld: Kato luistert naar muziek met een koptelefoon. "Ze zet de muziek niet te luid, want dat is slecht voor haar oren." en "Ferre draagt een hoorapparaat. Anders hoort hij niets." In iemands oor fluisteren doe je als niemand anders het mag horen en harde geluiden zoals het blaffen van een hond kunnen je bang maken. Op de tegenoverliggende bladzijde staat een versje over, in dit geval, 'Oortjes'. Na het gehoor volgen op dezelfde manier: de neus, de mond, het gevoel. Dan verandert de structuur van het boek. Voor 'Zien' (werkwoord) krijg je een doorlopende prent op een dubbele bladzijde met een situatie, nl. een speelplein. Het versje is langer en er is een eenvoudige zoekopdracht. Op dezelfde manier worden ook: horen, ruiken, proeven en voelen behandeld. De versjes zijn eenvoudig maar ritme en rijm klinken niet altijd even vlot. De illustraties daarentegen zijn uitnodigend en zullen peuters en kleuters zeker prikkelen; het zijn echte kijk-en praatprenten. Een waardevol boek voor de peuteropvang en kleuterscholen.