Het verhaal van De Gelaarsde Poes

Dit boek is een verhaal van Beatrix Potter dat nog nooit eerder werd uitgegeven. Potter schreef het verhaal in 1914, maar heeft er nooit zelf tekeningen bij gemaakt. Nu het verhaal meer dan honderd jaar later wel verschijnt, zijn de tekeningen van de hand van niemand minder dan Quentin Blake. Blake probeert de stijl van Potter niet te imiteren en doet er volledig zijn eigen ding mee. Je verwacht van dit boek dus niets minder dan een succesverhaal. Toch valt dat tegen wanneer je het boek voor de eerste keer leest. Het verhaal is nogal moeilijk, zeker voor kleinere kinderen.

Het hoofdpersonage, Kitty, heeft verschillende namen, die zomaar door elkaar gebruikt worden. Daarnaast zijn er heel wat nevenpersonages, die niet allemaal een even duidelijke rol vervullen. Het is leuk dat enkelen van hen uit eerdere boeken van Potter komen. Zo ontmoeten we bijvoorbeeld een veel oudere Pieter Konijn en verschijnen Heer Vos en Dirk Das ook ten tonele. Omwille van de eigenzinnige stijl en de polyvalent aanwezige verteller, leest het boek echter niet zo vlot. Eén keer wordt er een poging gedaan om de lezer meer in het verhaal te betrekken, door in de wij-vorm te spreken. Dat zorgde echter voor meer afstand dan betrokkenheid. Wat wel aanwezig is, zijn tal van nostalgische plattelandstaferelen die typerend zijn voor de boeken van Beatrix Potter.

Het verhaal zelf gaat als volgt. Wanneer het lieve, brave poesje Kitty op strooptocht gaat, loopt alles mis. Kitty’s jachtkunsten blijken niet erg ontwikkeld te zijn, en tot overmaat van ramp komt ze in een val van Heer Vos terecht. Gelukkig is er haar minder fortuinlijke vriendje Pinkie, die voor haar inspringt zodat haar bazinnetje niet ontdekt dat Kitty verdwenen is. Het is dan ook geen verrassing dat Kitty na dit avontuur haar jachttenue weg gooit en naar huis hinkt.

Eens je in het boek verdiept bent, ontdek je een verhaal dat tegelijk spannend en grappig is. Zo is er bijvoorbeeld het moment waarop de lezer onze chique kat met een vuurwapen ziet knoeien of wanneer Pieter Konijn een jagende wezel prikt met een paraplu, waarbij niemand een glimlach zal kunnen onderdrukken.