Het kleine mannetje Jaromir

Het mannetje Jaromir is echt klein. In de lift kan hij, als hij hoog springt, net aan de knop van de vijfde verdieping. Hij woont op de zesde en het laatste stuk doet hij met de trap. In elf zelfstandig te lezen frisse verhaaltjes leren we hem kennen als een chaotisch, naïef, vindingrijk en optimistisch persoon. Hij verhuist naar een flatgebouw en vergeet naar het nummer te kijken. Hij koopt tomatenzaad, raakt bij thuiskomst geblokkeerd in de lift en begint, om de tijd te doden, te tuinieren in de lift. Hij doet mee aan een loterij, hij blaast zeepbellen en jaagt ze na waarbij hij interessante mensen ontmoet. Hij maakt per ongeluk kennis met de mogelijkheden van de computer enz. De verhaaltjes zijn allemaal optimistisch, hier en daar loopt er een vleugje ironie door. De titels van de hoofdstukken zijn grappig misleidend. Het minste wat je van Meneer Jaromir kan zeggen is dat hij over een speciale logica beschikt, je kan hem ook betrappen op een vorm van magisch denken. De positieve kijk houdt aan tot op het eind als Jaromir met ballonnen wegvliegt over de kermis: ‘Hij straalde over zijn hele gezicht, want het zicht was overweldigend mooi… En sindsdien heeft niemand het kleine mannetje Jaromir ooit teruggezien.’ En dat is jammer want met enkele Jaromirs zou het op onze planeet heel wat prettiger leven zijn. De illustraties in draadachtige tekeningen zijn sober en expressief, ze sluiten perfect aan bij het verhaal. De verhaaltjes zijn heel goed bruikbaar om bepaalde thema’s van W.O. in te leiden. Jaromir is een echte aanrader vanaf het vierde leerjaar.