Het boek van alle dingen

In 'Het boek van alle dingen' vertelt Guus Kuijer het verhaal van Thomas Klopper, die op een dag bij hem langs kwam om zijn schrijfsels uit zijn kindertijd te laten lezen en om te zetten in een publiceerbaar boek. In dat boek treedt geen ik-verteller op, maar het verhaal wordt wel volledig verteld vanuit het standpunt van Thomas, die in 1951, toen hij negen was, begon te schrijven aan zijn 'Boek van alle dingen'. Wat de negenjarige Thomas  bezig houdt, is niet allemaal even vrolijk. Want Thomas heeft niet alleen een lieve moeder en een oliedomme zus die op het lyceum zit, er is ook nog zijn strenggelovige vader die strikte volgzaamheid eist en die er niet voor terugdeinst om vrouw en kinderen met harde hand tot gehoorzaamheid en onderdanigheid te brengen. Wanneer vader voorleest over de tien plagen van Egypte, besluit Thomas dat het ook thuis misschien wel tijd is voor een plaag van Egypte. Gelukkig staat hij er niet alleen voor. Buurvrouw Van Amersfoort die in de buurt bekend staat als een heks blijkt een waardevol medestander te zijn maar ook tante Pie en zelfs zus Margot, die blijkbaar dan toch niet zo dom is, dragen hun steentje bij. Ondanks de beladen thematiek rond religieus fanatisme en huiselijk geweld is dit boek allesbehalve een somber verhaal geworden. Thomas is immers geen gewone jongen; hij ziet dingen die andere mensen niet zien (zoals stoelen die gaan zweven bij mooie muziek), slaat regelmatig een babbel met de here Jezus die hij zo nu en dan ontmoet achter zijn gesloten oogleden, wordt hopeloos verliefd op Eliza die een kunstbeen heeft en een hand met alleen maar een pink … en hij rapporteert over dat alles met een grote vanzelfsprekendheid. In de kundige handen van Guus Kuijer ontstaat op die manier een fantasievol, poëtisch, ontroerend en vooral ook humoristisch boek. Doordat de lezer voortdurend door de ogen van Thomas naar de dingen kijkt, wordt er geen nadere toelichting gegeven bij het feit dat de echtgenoot van mevrouw Van Amersfoort gefusilleerd is als lid van het verzet, of bij een NSB’er die door de politie wordt opgepakt. Voor Thomas die opgroeit kort na de tweede wereldoorlog is dit blijkbaar allemaal redelijk normaal, net als de handicap van de mooie Eliza, al vraagt hij zich wel een keer terloops af waar haar andere vingers zouden gebleven zijn. Jonge lezers (van ongeveer de leeftijd van Thomas) zullen dit soort verwijzingen niet meteen kunnen duiden, net zo min als de vele, speelse bijbelverwijzingen die in het boek te lezen staan. Dit stoort echter niet; ook negenjarigen zullen aan dit boek evenveel plezier beleven – zij het dan op een andere manier – als oudere lezers of volwassenen.' 'Het boek van alle dingen' is al aan een achtste druk toe (het verscheen voor het eerst in 2004) en werd in 2005 bekroond met de Gouden Griffel en de Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs. Helemaal terecht!