Grote mensen, daar kan je beter soep van koken

Madelief verhuist en da’s een spannende belevenis in haar jonge leven. Eigenlijk vindt ze het knap vervelend, want er zijn geen andere kinderen in de buurt te bespeuren. Tot ze in het leegstaande huis naast het hunne Robbie de Rover ontmoet, een jongen die liever alleen wordt gelaten. Toch groeit er een vriendschap tussen de twee kinderen en komt Madelief te weten waarom Robbie af en toe naar rust verlangt. In korte hoofdstukjes worden de belevenissen van Madelief verteld. Ze is een beetje eigenwijs, af en toe best koppig, maar bovenal in- en ingoed, zonder dat het overdreven overkomt. Je kan eigenlijk alleen maar ontzettend veel sympathie hebben voor haar, zo onbevangen als zij in het leven staat. Veel valt er verder niet te melden over dit boek, want het prijst gewoon zichzelf aan. Bijna dertig jaar na zijn eerste druk heeft het nog niets van zijn frisheid en originaliteit verloren. Nergens doet het gedateerd aan, integendeel. Spelenderwijs raakt de auteur ook enkele maatschappijproblemen aan, maar nooit is het belerend. Dat getuigt van groot vakmanschap! De Zilveren Griffel was dan ook een terechte bekroning. Madelief is een meisje om in je hart te sluiten, net zoals Polleke, die andere ‘heldin’ - als je ze zo kan betitelen - van Guus Kuijer. Elk van hen was goed voor vijf boeken, die nog steeds herdrukt worden en telkens opnieuw ontdekt worden door nieuwe generaties. En zo hoort het!