Grimpow. De stem uit het duister

Net voor ze uit Chartres willen vertrekken, redden Grimpow, Weienell en Salietti Anatol Pempius, een van de leden van het geheime genootschap Ouroboros, uit de handen van de soldaten van de koning. Hij kan het drietal overhalen om terug te keren naar Parijs, om daar Grimpows opleiding te voltooien aan de universiteit. Grimpow moet immers nog veel studeren om het geheim en de kracht van de Steen der Wijzen te kunnen doorgronden, en waar kan dat beter dan in het hol van de leeuw, de laatste plaats waar iemand hem verwacht. Maar Bulvar van Gotzell, de hoofdinquisiteur is sluw: in zijn zoektocht naar de Steen, doet hij beroep op Agnes, de laatste uit het geslacht der erfheksen. Hij redt haar uit de kerkers van Parijs, en rekent op haar magie om hem de Steen te brengen. En het werkt: het noodlot wil immers dat Agnes en Grimpow elkaar ontmoeten. Grimpow vertrouwt haar, zij wil het vege lijf redden, en het is pas laat dat Grimpow ontdekt welke intrigerende maar dubbele rol Agnes speelt. En dan is het noodlot nabij. Ei zo na valt de Steen in de handen van Bulvar en zijn trawanten, maar uiteindelijk blijft Agnes haar ware aard trouw. Als laaste erfheks is zij immers de rechtmatige hoeder van de Steen. ‘De stem uit het duister’ is het vervolg op ‘Grimpow – Het geheim der Wijzen’, maar daar waar in het eerste deel de nadruk vooral ligt op de magie van de Steen en het doorgronden van het mysterie, gaat het hier meer om spanning, actie en avontuur. Bovendien maakt Grimpow hier kennis met de liefde, en ook dat geeft aan het verhaal een andere dimensie. Je krijgt hier weer de eeuwige tegenstelling tussen goed en kwaad, tussen hebzucht en onbaatzuchtig zoeken naar de waarheid, maar het geheel is toch iets minder zwart-wit. Vooral Agnes is een boeiende figuur, op wie je niet dadelijk een etiket kan plakken. En net zoals het eerste deel, is ook dit tweede deel zeer toegankelijk geschreven, wat het tot een echte pageturner maakt. Alleen het einde ontgoochelt een beetje: je verwacht een wervelende finale, maar het is een beetje een anti-climax. En toch: er is duidelijk ruimte voor nog een deel, en dat maakt veel goed.