Fien vindt het uit!

In dit boek vindt Fien niet echt iets uit, zoals een uitvinder, maar gaat ze als een echte speurneus op zoek naar geheimen. Er zijn er heel wat: Juliano doet geheimzinnig en is steeds met Peggy op stap. Maar hij kan haar toch niet uitstaan? En er is meester Teun, die uit een winkel met bruidskledij stapt, met een man … Wie zit er achter het raam van het onbewoonde huis aan de overkant van Fiens straat? Fien heeft heel wat werk om dit te achterhalen, maar Fien zou Fien niet zijn als ze niet meteen actie onderneemt. Ze heeft een grote mond maar ook een klein hartje en dat maakt haar sympathiek. Af en toe komt ze brutaal over, maar dit wordt door haar omgeving al vlug met de mantel der liefde bedekt. Fien telt voor tien en bedoelt het altijd goed, alleen komt het soms wat anders over dan dat ze zou willen.
Fien vindt het ook leuk om de uitspraken van haar moeder te citeren, al of niet misplaatst in de context. Als ze per ongeluk het kunstgebit van een man in de sloot doet verdwijnen, zegt ze: "Weet je wat mijn mama altijd zegt? Dat je soms een tandje bij moet zetten als het even niet meezit." Als volwassen lezer zie je er de humor van in, maar kinderen van acht jaar zal de grap ontgaan.
Fien wordt ook geconfronteerd met haar eigen gedrag. Ze is nogal dominant en haar vrienden hebben er eigenlijk wel genoeg van. Voor Fien is dat niet gemakkelijk en ze doorloopt enkele fases: ontkenning, tegemoetkoming op haar manier en een lichte aanpassing. Gelukkig voor haar krijgt ze een nieuw buurmeisje waarmee ze het meteen goed kan vinden. Evelien zit wel in een rolstoel maar dat houdt haar niet tegen om mee op avontuur te gaan met Fien. Fien komt tot de conclusie dat geheimen ontrafelen leuk is, maar dat echte vriendschap veel belangrijker is.
Harmen van Straaten, vooral bekend als illustrator, schreef hiermee zijn zesde boek over Fien. De verhalen zijn vrolijk, luchtig en lezen heel vlot. Maar het mooiste blijven toch de prenten, waar Van Straaten laat zien dat hij als illustrator krachtiger is dan als auteur.
Fien lijkt een beetje op een luchtig afkooksel van Pippi Langkous en Madelief. Zelf lezen vanaf acht jaar, voorlezen vanaf vijf jaar.