En iedereen ging op zijn mieren zitten

Het verhaal van de stoel

Ake Apostelnhus is twaalf jaar en vijf dagen wanneer hij op een zondag in zijn klimboom beslist voor elke persoon van zijn dorp een stoel te ontwerpen. Hij was "... een koning op een troon in een boom. En hij was misschien ook een beetje God. Op een zondag kon dat." (p. 13) Wat volgt is het poëtische scheppingsproces van zijn stoelen. Een vlinderstoel voor de vlindervrouw, een Rietveld-stoel voor zijn moeder, voor wie de stoel een mens is; de man die naar het weer keek, krijgt een ligstoel. Inspiratie haalt Ake uit de mensen en de natuur rond hem. Een wegrennende haas inspireert hem tot de zigzagstoel, mieren tot de mierstoel natuurlijk. Dit zeer filosofische en poëtische werk is als uitgave een pareltje: met relïëfdruk in bruut karton, ingebonden in linnen, vol iele schetsjes en verrukkelijke schilderijtjes van Sabien Clement, die het boek mee dragen. Het is uiteraard één grote ode aan zowat alle designers van de voorbije eeuw: Alvar Aalto, Arne Jacobsen, Charles & Ray Eames, Verner Panton, ... In het designmuseum van Gent is het boek trouwens gekoppeld aan een tentoonstelling. Ik zou dit boek dan ook nooit in handen stoppen van een tienjarige, zoals de uitgever suggereert, maar wel cadeau geven aan een poëtisch ingestelde designliefhebber, die eventjes zoet zal zijn met het thuisbrengen van de wel honderd stoelontwerpen die over de bladzijden werden uitgestrooid.