Een wereld voor Mus

Mus woont in een grote boom in het veld. Mus is sterk en slim, vindt hij zelf.Het wordt avond en Mus heeft het koud. Plots ziet Mus iets groots en zwarts. Iets dat kras, kras zegt. Mus maakt zich klein en verstopt zich, maar hij hoeft niet bang te zijn want de kraai is lief. Samen delen ze een stuk brood. Kraai nodigt Mus uit naar het bos. In het bos zitten ze knus in het nest van Kraai. Samen vliegen ze naar de zee. Mus weet niet wat de zee is en is enorm onder de indruk als hij samen met Kraai over de zee vliegt. Mus voelt zich blij met “grote” Kraai. Op het einde van de dag vliegen ze samen naar de boom in het veld. Het was een fijne dag. Mus heeft de wereld ontdekt en hij heeft een vriend gevonden. Er komen veel klanknabootsingen voor in het boek: kra kra, zwoetsj, pik pik pik. Dit geeft een leuke sfeer aan het boek. Deze sfeer wordt ook weergegeven in de tekeningen. De illustraties zijn enorm afwisselend: soms een drukke, vol getekende bladzijde, dan weer een bladzijde waarop slechts één kleine tekening staat. Een beperkt aantal kleuren, o.a. het warme geel, komt steeds terug. De schutbladen met een wirwar van kraaienveren en één enkel mussenveertje geven al een voorsmaakje. Op de prenten binnenin vormen uitgeknipte en opgeplakte figuurtjes - van andere vogels en insecten met mensengezichtjes - leuke details. De minutieus getekende landschappen en het zeezicht uit vogelperspectief zijn werkelijk prachtig. Het is een prentenboek voor beginnende lezers met een tekst op hun niveau. Poëtisch van aard maar soms wat moeilijk toch: “hij ziet zelf niet dat hij zelf ook weg is”.