Een buur voor Vos en Haas

Het is midden in de nacht. Vos en Haas worden gewekt door een geluid uit het leegstaande boomhuis in hun buurt. Dat huis staat al heel lang te huur. Eerst denken ze aan een boef of een spook want het geluid dat ze horen klinkt als: 'Oehoe'. Ze gaan bang kijken en maken kennis met hun nieuwe buur. Mijn naam is Uil, zegt hij. Onze vrienden stellen voor om Uil een handje te helpen want die heeft heel veel dozen om uit te pakken en op alle dozen is iets geschreven. Ze mogen spulletjes uitkiezen, want Uil stelt vast dat hij echt veel te veel heeft. Dan drinken ze thee. En Uil belooft om heel zacht te oehoeën. Dit grote boek leent zich tot klassikaal gebruik. Het aandeel van de prenten in het verhaal is minstens even groot als dat van de tekst er is echt heel veel op te zien. Stevig gekartonneerd als het is, is het boek tegen kinderhanden bestand. Het boek is geschikt zowel voor de kleuterschool als voor eerste lezers.