Donderkat op de vlucht

Een gezin beleeft een hels avontuur. De moeder van Gaby, Michael en hun adoptiezusje Kwetter is wetenschapper, de vader werkt bij een bank. De hele familie is op de vlucht omdat mama een super-bommenterroriste is (wel handelt ze enkel voor de goede zaak en treft enkel gebouwen, nooit mensen), en papa heeft corruptie in het bankwezen aan de kaak gesteld toen hij ontdekte dat zijn bankdirecteur Cockel een schurk is.
Momenteel zijn ze op de vlucht in Zuid Mallotië en ze stellen vast dat het hele land vervuild is door de ontginning van ruwe aardolie. De achtervolging wordt ingezet zowel door de maffia als door de multimiljonair Cockel die de olie ontgint. Hun auto laat het afweten en terwijl papa op zoek is naar een helikopter als vervoermiddel, worden mama en de kinderen gevangen genomen door een maffiabende. Mama kan met haar kennis over chemie en techniek wonderbare snufjes ontwikkelen zodat ze telkens op het nippertje aan het gevaar kunnen ontsnappen. Wanneer ze bijna in een vuurzee terechtkomen doordat zelfs de olievlekken in de zee branden, komt papa op de proppen met een knalgele duikboot. Met die duikboot hebben ze weer een voorlopige thuis en kunnen ze verder vluchten.
Het hele verhaal kan getypeerd worden als één turbulent avontuur van dreiging, achtervolging en suspense bij de ontsnapping. Het roept vaak herinneringen op aan de superstunts van James Bond, die ook met allerlei technische snufjes de gevaren trotseert. Het eenvoudige, voorspelbare scenario, de stereotiepe karikaturale bedenkingen over recente maatschappelijke problemen en het eerder povere taalgebruik zorgen voor een matige beoordeling.