In de tuin van de familie Keizer wonen drie dierenvrienden: Krik de eekhoorn, Melle de merel en Domper de pad. Ze observeren wat er omgaat in en om het huis, leveren er hum commentaar op en beleven een heleboel avonturen. Af en toe komen ze in contact met de menselijke bewoners: ze snoepen van de pannenkoeken, laten cadeautjes achter en zingen liedjes. Wanneer de bewoners aan het tuinieren slaan, verdedigen ze hun woonplaats. Krik is een echte durver, Melle bekijkt het liever wat meer vanop een afstand maar doet toch lekker mee, terwijl Domper het liefst van al met rust gelaten wordt. De verhalen zijn licht en grappig. Ze zijn verteld vanuit het standpunt van de dieren en het is vooral Krik die door zijn nieuwsgierigheid het voortouw neemt. De goedmoedige, opgewekte eekhoorn is geïnteresseerd in alles wat hij ziet gebeuren en wil er ook zoveel mogelijk deel van uitmaken. Zijn licht filosofische reflecties zijn aangenaam, vriendelijk en onschuldig. Kortom, een prettig, onderhoudend boek met korte verhalen die leuk zijn om voor te lezen. De eenvoudige illustraties brengen niet echt veel afwisseling. Een mooi vervolg op het eerder verschenen 'Krik'.