De vloek van Woestewolf

Pure jeugdnostalgie, dit boek van de geweldige meester-verteller Paul Biegel! Voeg er dan nog de oude, vertrouwde illustraties bij van Carl Hollander en het jeugdsentiment kan volop zijn werk doen. Dit boek dateert al van 1974, maar ook voor nieuwe generaties blijft het de moeite van het ontdekken waard. Al is het maar om later, veel later, te beseffen dat Biegel zeer goed de klassieke griezelauteurs – genre Edgar Allan Poe – en dito griezelfilms tot zich heeft genomen om vervolgens een prima eigen mix voor te schotelen aan de jeugd. Het verhaal dan. Dokter Kroch en zijn trouwe knecht Valet ontvangen een kist boordevol goud. De bijgevoegde brief is van de Hertog van Woestewolf, die de dokter smeekt om hem van zijn goudkoorts te genezen. Klinkklare onzin, denkt de dokter, maar toch trekt de geheimzinnigheid hem dermate aan dat hij samen met Valet de tocht naar de raadselachtige patiënt onderneemt. Aan het einde van de reis wacht hen echter alleen een desolate ruïne, waarover diverse spookverhalen de ronde doen. Herrijst het kasteel om de dertien jaar? Herleven dan de gloriedagen van weleer in het slot Woestewolf? Dokter Kroch gelooft heilig in de wetenschap om dit alles te verklaren, maar of dat volstaat? Bovendien moeten de dokter en zijn knecht nog rekening houden met de ietwat onnozele boeven Oenk en Boenk. In ieder geval zal de vloek van Woestewolf elke betrokkene veel leren over zichzelf. Biegel weet een verhaal te creëren dat een goed evenwicht heeft gevonden tussen spanning, griezeligheid en humor. Het verlaten slot dat weer tot leven komt, de vijandigheid van de bewoners ervan, de goudkoorts die de hoofdrolspelers in hun ban krijgt, staan tegenover de idiote fratsen van de domme rovers. Het ongebreidelde geloof van de dokter in wetenschap en logica staat dan weer in schril contract met het boerenverstand van de knecht Valet. Zo heeft elk personage zijn eigenaardigheden, wat maakt dat ze elk een duidelijk uitgesproken karakter hebben. Misschien vinden sommigen dat dat starre stereotiepen oplevert, maar die kritiek kan ik niet delen. Het is enigszins merkbaar dat dit boek zijn carrière begon als televisiemanuscript, want de decors zijn zeer detaillistisch beschreven, zoals het slot en de gouden stad waar zeer bijzondere confrontaties plaatsvinden. De tekeningen dragen bij tot de gecreëerde sfeer. Bizar dat het me als kind nooit is opgevallen dat er alleen maar volwassenen meespelen in dit boek, een vrij ongewoon verschijnsel in de kinder- en jeugdliteratuur. In ieder geval bleef het boek me toen en nu boeien tot het bittere eind. Gewoon een leuk, beetje griezelig, avontuurlijk boek dat de lezer weet mee te slepen. Zo lusten we er nog wel ... Zou er soms een vloek van Woestewolf over ons zijn neergedaald????