De vijand

Davide Cali is geen onbekende in de (kinder)boekenwereld; hij staat bekend om zijn poëtische stijl. In dit boek over de zinloosheid van oorlog toont hij ons nog eens dat met een minimale hoeveelheid tekst een maximale sfeer bereikt kan worden. Het werd een anti-oorlogsprentenboek dat bewerkt werd door Wim Opbrouck tot een versie die ook voor Vlaamse lezers toegankelijk is.
Wanneer je het boek opent, verwacht je een titelpagina, maar in de plaats daarvan krijg je een dubbele zwarte pagina met daarop de woorden: 'Het is oorlog'. Vervolgens wordt de lezer geconfronteerd met twee witte vlakken met daarin twee putten. In deze putten zitten twee soldaten, vijanden. Na het titelblad (in vurig rood) begint 'de actie'. Af en toe wordt er geschoten, maar bovenal wordt er nagedacht: want, die andere soldaat is misschien wel even hongerig, maar is vast en zeker een groter monster. Aldus het grote oorlogshandboek dat beiden bij het begin van de oorlog kregen. Op een nacht gaat één van beide soldaten op zoek naar de andere. Hij vindt de put, en daarin heel wat zaken (zoals familiefoto's) die niet kloppen met het beeld dat hij had van de vijand. Die vijand is ook verdwenen.
Leuk hoe dit boek begint met een dubbel perspectief, maar al gauw focust op één soldaat. Dit doet vragen rijzen (is de andere soldaat weg? bestaat hij wel?) en zorgt voor een karikaturale schets die je gerust kan ontdubbelen naar beide vijanden. Er is namelijk slechts één standpunt nodig om beide weer te geven.
Het boek heeft een groot formaat, wat de grote witvlakken in de prenten eigenlijk nog meer versterkt. De sobere prenten, opgebouwd uit springerige zwarte penstreken, sober ingekleurd, geven nog beter weer hoe zinloos oorlog is.
De eenvoud van dit boek, zowel qua tekst als qua illustraties, is tegelijk de genialiteit ervan. Het benadrukt nogmaals hoe naïef en absurdistisch soldaten denken en dachten over hun vijanden. Blij dat dit boek vertaald is! Ook ideaal om mee te werken in een klas.