Dit werkboek is bestemd voor zesjarigen die drie maanden leesonderwijs achter de rug hebben. Het speelt dan ook specifiek in op de prille leeservaringen van eersteklassers en het bevat opdrachtjes rond woordherkenning en het lezen en schrijven van eenlettergrepige woorden. Alle opgaven hangen op de ene of de andere manier samen met het voorleesverhaal over de prins en het ei vooraan in het boek. De oefeningen zijn opgebouwd rond de verschillende personages uit dat verhaaltje. Kinderen kunnen via de rode vouwstrook met de correctiesleutel achteraf ook controleren of hun oplossingen correct zijn. Prima materiaal voor beginnende lezers die met deze oefeningen kunnen laten zien hoe goed ze de kunst van het lezen al onder de knie hebben.