De neus van Arthur

De familie Staartjes is nieuw in het dorp en dat vraagt altijd enige aanpassing. Dat geldt nog meer voor hen dan voor anderen want de Staarjes zijn verre afstammelingen van de honden, menshonden dus. Ze noemen zichzelf 'Kluivers' , want ze hebben enkele typische hondenkenmerken. Ze kluiven knoken af, rennen op z'n honds, krabben zich achter de oren en ze beschikken vooral over een fantastisch reukorgaan. Ze trachten hun geaardheid zoveel mogelijk te verbergen. Het is hun grote geheim en de reden waarom ze zo vaak verhuizen.
De hoofdpersoon is Arthur van negen jaar. Verder bestaat de familie uit een oma van 56, een mama van 34, Trixie (veertien), Gina (zeventien), Bruno (drie) en een echte hond: Magalles. Over een vader wordt niet gesproken, maar vooral Arthur mist hem heel erg. In Arthurs klas is er een meisje Lily waarmee hij het, ondanks het feit dat ze naar katten ruikt, heel goed kan vinden. Twee andere jongens die ook een boon voor Lily hebben, pesten Arthur. Lily's kat, Minoes, is een raskat. Ze krijgt jongen en Minoes en de jongen worden gestolen. Op dat moment komt Arthurs reukvermogen bijzonder goed van pas. Hij meent de geur van Minoes te herkennen op een vrijer van zus Gina. Samen met Lily tracht hij een bende dierendieven te ontmaskeren. Ze worden echter voortdurend op de hielen gezeten door de twee pestkoppen.
Met de school gaan ze op overlevingskamp. Tijdens een trektocht in een natuurgebied ver van de bewoonde wereld worden ze overvallen door een onweer, waarvoor Arthur hen vooraf gewaarschuwd heeft. Daarna wordt de juf heel erg ziek en ze hebben geen gsm-bereik om de hulpdiensten te bellen. Arthur en Rik (een van de pestkoppen) gaan hulp zoeken. Dankzij Arthurs speurcapaciteiten weten ze de hulpdiensten te vinden. Eind goed al goed: Minoes is gevonden en de juf gered. Als dank wil Lily een van Minoes' kleintjes aan Arthur geven. Dan vertelt Arthur hun 'geheim' aan Lily maar hij wil wel proberen om Streepje bij zijn familie te introduceren.
Als bijlage is er een korte 'Encykluifpedie' waarin 'Alles over kluivers' in vijf vragen en antwoorden door ene Prof. Dr. Ivan Beljajeff.
Dit is een grappig, spannend, ontroerend en sociaal geëngageerd boek. Er is ook een rijke woordenschat, met veel woordspelingen. Oma heeft de gewoonte om in spreuken en zegswijzen te praten want: "Je moet een kat een kat noemen", nietwaar? Het verhaal gaat ook over pesten maar het probleem dringt hier veel beter door dan in een rechttoe rechtaan verhaal, mede door de humor en de spanning. Ook de illustraties zullen de lezers zeker aanspreken. Dit boek is een aanrader voor lezers vanaf negen jaar.