De man in de wolken

Hoog op de berg woont een man alleen in een houten huis. Hij is daar gelukkig met wat hij heeft. Door de bewoners in het dal wordt hij ‘de man in de wolken’ genoemd. Elke dag gaat deze man voor zijn schilderij zitten. Een landschap, zo mooi, zo schitterend leeg, zo moet het geweest zijn toen de wereld begon. De man deelt zijn geluk met wie het maar wil. Elke dag komen mensen de berg op om samen met de man in de wolken te kijken naar het prachtschilderij. Wie naar het schilderij kijkt, vergeet voor even hoe treurig en lelijk het leven soms is. Sommige mensen komen heel vaak kijken en het werd ook een gewoonte om iets mee te brengen voor de man: een kastanje, een steen, een stuk kaas, een knikker, een fles wijn, een veer, een liedje of een tekening. Op een dag verschijnt er een vreemdeling. Die heeft horen vertellen over het prachtschilderij en wil het graag zien. Het schilderij blijkt een fortuin waard te zijn en de man in de wolken kan het verkopen voor erg veel geld. Maar dat doet hij niet. Hij wil het schilderij graag blijven zien zoals hij het altijd heeft gezien: een landschap zo mooi, zo schitterend leeg, zo moet het geweest zijn toen de wereld begon. Hoe hard hij ook probeert, de man in de wolken kan de vreemdeling niet vergeten. Van nu aan houdt hij de bezoekers ook erg goed in het oog. Ze mogen niet te dicht bij het schilderij komen en ze mogen het zeker niet aanraken. Op den duur wil hij zelfs geen bezoekers meer ontvangen. Hij heeft er genoeg van, al die bezoekers zouden het mooie er nog van af kunnen kijken! In zijn dromen gebeuren er de ergste dingen met het schilderij. Hij zet sloten en grendels op de deuren en zondert zich helemaal af. Soms denkt hij nog terug aan de tijd toen de mensen uit het dorp naar het schilderij kwamen kijken en voor hem iets meenamen. Die tijd was nu voorbij. Nu moest hij zijn schilderij beschermen, desnoods met zijn leven. De angst voor het schilderij overheerst zijn leven en hij begint te twijfelen of het wel echt een prachtschilderij is. Hij hangt het terug aan de muur en merkt dat het zijn schoonheid verloren heeft door de drukdoenerij die ermee gepaard gaat. Hij weet maar één oplossing: het schilderij verdwijnt in de haard ... Vanaf dan gaan zijn sloten en grendels weg en gooit hij de ramen open. Door het raam ziet hij een landschap, zo mooi, zo schitterend leeg, zo moet het geweest zijn toen de wereld begon. Je kan zien hoe alles een vorm en een kleur krijgt in het licht van de opgaande zon. Een verhaal met een heel essentiele boodschap: geluk kan je best delen en je kan genieten van de kleine dingen. Maar ook over schoonheid, troost, bezit, waarden en het feit dat niemand voor jou kan bepalen wat geluk is, gaat dit prentenboek. Het verhaal werd zeer poëtisch neergeschreven door Koos Meinderts en uiterst sfeervol geïllustreerd door Annette Fienieg. Harrie Jekkers en Koos Meinderts maakten een lied met gelijknamige titel en inhoud.