De kronieken van Qrom vuurtoren

Alles is krom op het eiland Qrom. Al meer dan 100 jaar ging er niemand van het eiland weg en kwam er ook niemand naartoe. Dat komt omdat het licht van de vuurtoren niet meer werkt en omdat Qrom op geen enkele wereldkaart te vinden is. Tot de schaarse bewoners behoren o.a. Hank, ex-piraat en zijn sprekende papegaai, Toek. Zij bezetten de vuurtoren. Verder zijn er de Siamese tweeling Tim en Tom en hun moeder en de dichter-visser, die inkt perst uit inktvissen om gedichten te schrijven voor Jozefien die hij nog nooit heeft gezien. Johanna heeft haar kind verloren op zee en zingt alleen enge liedjes zingt. Oma Bultrug en de twee kinderen, Eppe en Pylk, sluiten het rijtje.
Die kinderen vinden op een dag een kist, waarin een vreemd ding zit. Behalve Oma weet niemand wat het is. Het is een vuurtorenlamp, zegt ze. De kinderen beseffen dat als de vuurtoren weer werkt er misschien opnieuw boten naar hun eiland zullen komen. Ze besluiten zo vlug mogelijk naar de vuurtoren te gaan. Oma en de inktvisser gaan ook mee. Op hun kromme weg naar de toren komen ze oude bekenden tegen en de stoet groeit aan. Velen koesteren verwachtingen over wat er zal veranderen en welke mogelijkheden de komst van schepen hen zal bieden. Anderen opperen bezwaren. Moeder Vos is bang voor vreemdelingen die winterjassen van vossenpels zullen willen en gaat zich ingraven. Het duurt niet lang of er staan twee kampen tegenover elkaar. Oma Bultrug slaagt erin om de gemoederen te bedaren.
In stoet, Oma voorop, beklimmen ze de weg naar de vuurtoren. Nooit eerder hadden ze zulk mooi uitzicht op de zonsondergang. Maar in de vuurtoren staat iets engs en griezeligs op hen te wachten. Hank de piraat verdedigt de vuurtoren en legt beslag op de lamp. Tim en Tom zien hun droom om van het eiland weg te raken vervliegen en gaan totaal uit de bol. Met een klein bootje varen ze de zee op. Niet lang na hun vertrek steekt er een enorme storm op. De eilandbewoners horen Tim en Tom om hulp roepen. Eppe steekt een vuur aan om hen te weg terug te wijzen. Dan doen de piraat en de vuurtoren iets waaruit blijkt dat de piraat nog zo slecht niet is. Het duurt niet lang of een gigantische stoomboot komt aangevaren. Alle eilandbewoners klimmen aan boord en voor het eerst in lange tijd vieren ze feest. Oma Bultrug en de piraat blijken elkaar te kennen en vragen zich af of het geen tijd wordt om Eppe en Pylk het verhaal van hun vader en moeder te vertellen. Maar dat is een verhaal voor een andere keer.
Dit boek gaat over isolement, vooroordelen en angst en over een verleden dat niet meer gekend is. Oma Bultrug is levende geschiedenis en kan daardoor een opstand voorkomen.
De typografie in dit boek is bijzonder: regels van één woord of enkele woorden, sommige in hoofdletters, en een tekst in kolommen geschikt. De illustraties zijn weelderig, kleurrijk. Ze drukken de geest van het verhaal prachtig uit, ze verrijken het ook. Het kromme van Qrom draait en kronkelt over de bladzijden. Het is ook een bizar verhaal, een beetje griezelig. Toch ook grappig, getuige volgend voorbeeld: Oma stopt nooit met breien, ze breit rechtstreeks van het schaap af. Dit is een verhaal voor fijnproevers.