De Griezels

Meneer en mevrouw Griezel zijn geen gewone mensen. Het zijn echt griezels en ze doen er alles aan om elkaar het leven zuur te maken. Hun grapjes zijn gemeen en wansmakelijk en je vraagt je af waarom zulke mensen als een koppel bij elkaar blijven. Meneer Griezel vindt het leuk om een kikker in mevrouw haar bed te steken. Zij neemt wraak door levende regenwormen in zijn spaghetti te mengen. Zo gaat het maar door en door tot de auteur zegt: "Maar nu genoeg daarover. We kunnen toch niet alsmaar blijven kijken naar de walgelijke dingen, die deze twee walgelijke mensen met elkaar uitspoken. We moeten door met het verhaal." Zo kom je nog te weten dat de Griezels elke week vogelpastei eten. Ze vangen de vogels met lijm  'Muurvast,' die ze op de takken van de boom smeren. Er zijn ook nog vier aapjes die slecht behandeld worden. Zij moeten van meneer Griezel alles ondersteboven doen, want hij wil heel graag een Onderstebovencircus. Gelukkig landt op een dag de Rolmopsvogel in de tuin van de Griezels. Hij helpt de apen en de vogels (en de mensheid) van de Griezels af, en geeft hen een koekje van eigen deeg. Roald Dahl weet zich heel goed in te leven in de kinderwereld. Hij vertelt dit verhaal ook vanuit hun standpunt, hij staat op gelijke voet met hen. Het verhaal leest heel vlot en doet je meermaals luidop lachen om de spitsvondigheden en de fijne humor. Grote illustraties, van de hand van Quentin Blake, vullen het verhaal goed aan en dragen bij tot de groezelige sfeer van het boek. ‘De Griezels’ is een erg dankbaar boek om voor te lezen. In 1982 werd dit verhaal bekroond met een Zilveren Griffel. Dit boek is een heruitgave, met een nieuwe omslag.