De gave

Dit boek gaat verder waar ‘Heksenjacht’ ophield. Whit en Wisty Allgood zijn nog steeds op de vlucht voor de soldaten van de Nieuwe Orde. Maar ondertussen hebben ze heel wat vrienden gemaakt onder de kinderen en leren ze steeds beter hun gaven te beheersen en te gebruiken. Maar De-ene-die-de-ene-is zet alle middelen in om de magische gaven van deze heks en tovenaar in handen te krijgen. Opnieuw volgt een bizarre achtervolging en het komt tot een zware strijd die echter geen oplossing brengt. Een epiloog en fragmenten van nieuwe orde-propaganda tegen boeken, kunst en kunstenaars, sluiten het geheel af. Het verhaal is verteld vanuit het ik-standpunt van afwisselend Whit en Wisty. Het is moeilijk te volgen of het nu broer of zus is die het verhaal vertelt. Een aantal hoofdstukken wordt door het ene personage verteld en dan is er plots weer eentje verteld door het andere personage. Bovenaan het hoofdstuk staat het wel vermeld, maar hun karakters, gevoelens en gedachten worden nauwelijks uitgediept. Het blijft bij oppervlakkige beschrijvingen van de actie, waardoor de keuze van dit vertelperspectief totaal zinloos wordt. Blijkbaar heeft de auteur nu ook zelf gemerkt dat een alwetende verteller zo zijn voordelen heeft en wordt er af en toe een hoofdstukje ingelast om het verhaal eens vanuit een andere invalshoek toe te lichten. De hoofdstukken zijn zeer kort, van soms slechts enkele lijntjes tekst tot een twee- à drietal bladzijden, exact honderd in totaal, waarvan de nummering doorloopt over de drie delen waarin het boek is opgedeeld. Het verhakselt op een onzinnige manier de verhaallijn die al erg chaotisch verloopt. Een allegaartje aan groteske figuren, bizarre wezens en magische ingrepen, doorspekt met smakeloze humor wordt de lezer voorgeschoteld. Kortom, een ongeloofwaardig verhaal dat absoluut niet weet te boeien.