De bovenkamer van Jakob

De elfjarige Jakob verhuist samen met zijn moeder naar een nieuwe, toch wel bijzondere plek. Jakobs moeder is immers directrice van een psychiatrisch centrum en daar gaan ze ook wonen. Hun nieuwe huis ligt tussen de metershoge bomen op het domein van het psychiatrisch centrum en deed in het verleden dienst voor de patiënten. Voor Jakob was de verhuizing niet echt nodig, hij voelde zich goed in hun vorige woning in de buurt van zijn vrienden en vertrouwde school. Ook oma, de moeder van zijn moeder, begrijpt de keuze om hier te gaan wonen niet goed en komt dan ook regelmatig langs om voor Jakob te zorgen. Al snel dwaalt Jakob rond op het grote domein en maakt kennis met enkele patiënten en hun familie. Verwonderd observeert hij het gedrag van enkele patiënten en de werkwijze van het personeel op de afdelingen. Hij maakt kennis met een patiënt, meneer Radboud, waarmee bij een bijzondere band opbouwt. Samen voeren ze bijzondere gesprekken en zo komt hij in contact met de leefwereld van een chronisch psychisch zieke man. Hij vraagt zijn moeder om uitleg, maar ze heeft weinig tijd en vraagt Jakob om de contacten beperkt te houden. In het psychiatrisch centrum ontmoet Jakob ook de dertienjarige Mira, de dochter van een depressieve patiënte. Mira, een eigengereid en vroeg volwassen meisje, en Jakob zien elkaar steeds vaker aangezien ze beiden niemand anders hebben. Voor Jakob opent ook Mira een nieuwe wereld. Het lijkt wel alsof Jakob op een rollercoaster zit en almaar meer indrukken dient te verwerken. Hij slaagt er maar amper in om zich staande te houden in deze bizarre wereld. Bovendient wil hij voor zijn nieuwe klasgenoten een spreekbeurt geven over het leven binnen de psychiatrie maar hij slaagt er niet in hiervoor de juiste woorden te vinden. Als hem ter ore komt dat zijn moeder een relatie heeft met een psycholoog van het ziekenhuis kan hij helemaal niet meer volgen. Zijn moeder gaat naar een congres op de Canarische eilanden en dan slaan de stoppen bij Jakob helemaal door ... In 'De bovenkamer van Jakob' krijgen we een jongen te zien die voor het eerst in contact komt met een psychiatrisch centrum. Al snel waant hij zich in een aparte wereld, ver weg van zijn vertrouwde omgeving voor de verhuizing. Hij wordt als het ware opgeslokt door de grote gebouwen en de mensen die het grote domein bevolken. De eenzaamheid en verwondering van het hoofdpersonage komen duidelijk naar voor en zorgen voor een aparte sfeer in het boek. De levensechte dialogen maken dat het verhaal erg geloofwaardig klinkt, tot aan de laatste pagina's. Het verhaal is erg vlot geschreven en zeker ook een aanrader voor jongeren die nog niet eerder in contact kwamen met psychiatrische patienten.