In de ban van de wolf

Het boek begint met een proloog, waar je aanvankelijk kop noch staart aan krijgt, maar die wel meteen je aandacht trekt. In de proloog gaat het immers niet over Esther, het hoofdpersonage, maar over een jongen. Het gaat er meteen heftig aan toe, met zelfs een brutale drievoudige moord. Als lezer is je nieuwsgierigheid meteen gewekt.
Esther is een doorsneemeisje met op het eerste gezicht de gewone strubbelingen die elke puber moet doorstaan. Ze woont met haar vader en moeder in een gewoon huis. Haar vader is vaak op reis en haar ouders hebben haar net verboden om naar een optreden van één van haar favoriete bands te gaan. Die avond, als ze alleen thuis is, laat Esther stomweg drie onbekende mannen binnen. Ze overmeesteren haar en spuiten haar een onbekende vloeistof in en delen haar mee dat ze over twee weken terugkomen. Esther wordt erg ziek en de volgende twee weken zijn verwarrend: haar zintuigen werken verscherpt en ze voelt nog meer vreemde veranderingen in haar lichaam. Omdat ze bedreigd wordt door Arne, één van haar belagers, met de mededeling dat ze hierover niets mag zeggen, is Esther bang voor de gevolgen. 
Als de mannen terugkomen, gaat het er heftig aan toe. Het is duidelijk dat de mannen iets verwachten van haar. Maar wat? Ze zijn agressief, Esther krijgt rake klappen en haar moeder wordt voor dood achtergelaten. De mannen nemen Esthers moeder mee. Arne probeert Esther ook mee te nemen, maar ze slaagt erin te ontsnappen met de hulp van Hector en zijn partner Els, wiens hulp ze ingeroepen heeft. Die vangen haar op, maar begrijpen ook niet wat er aan de hand is. Esther wil er ook niet veel over kwijt.
Dan komt het verhaal in een stroomversnelling en valt het samen met de proloog, wat je meteen helemaal gekluisterd houdt aan het boek. Er volgt een spannend avontuur over wolven en experimenten met een serum. De jongen uit de proloog, Jonathan, is ook een slachtoffer van dit experiment. Door het serum zijn ze in staat om te veranderen in wolven. Pas aan het eind van het verhaal krijg je zicht op het doel van het experiment.
In het nawoord lees je dat de auteur meermaals op het punt heeft gestaan om het verhaal te wissen. Gelukkig heeft ze dat nooit gedaan, want het resultaat mag er echt wel zijn! De spanning door het hele verhaal is zeer goed opgebouwd. De personages zijn herkenbaar en zo omschreven dat het lijkt alsof je ze kent. Je kan je probleemloos in hun situatie inleven. Christine Charliers heeft veel werk gestoken in research naar het gedrag van wolven. Ze kreeg hierbij hulp van Peter Lennertz. Dit is zeker en vast een meerwaarde voor het verhaal. De gedichten in het boek zijn van de bestaande schrijver Mark Galenkamp en zullen de jeugd wel aanspreken. Het is een goede brug tussen de lezer en de gevoelens van de personages.
Sommige personages mochten wat meer uitgewerkt zijn. Zo heb je Els, de partner van Hector, die erg op de achtergrond blijft. Aangezien dit het eerste deel is, is het goed mogelijk dat verdere uitwerking van de personages in de volgende delen wel aan bod komt. Opvallend is ook het gebruik van authentieke Vlaamse woorden: merci, hoe is het ginder?, het eten is gereed, ... Het was een aangename verrassing om dit te lezen en stoorde me, als Vlaamse lezer, uiteraard totaal niet.
‘In de ban van de wolf’ is een sterk debuut, dat goed uitgewerkt is. Een aanrader dus!