Bezem

Bezem is een grote, zwarte, harige hond. Na een baasje dat niet naar hem omkeek en enkele weken in het asiel, krijgt hij een nieuwe baas op proef. Zo verandert Bezems ‘hondenleven’ in een prinsheerlijk bestaan. Hij krijgt een nieuwe tuin, in de weekends gaat hij spelen in het park en de baas koopt hem zelfs een zacht kussen, zodat ze samen televisie kunnen kijken. Uiteraard moeten ze nog aan elkaar wennen, maar Bezem ziet het helemaal zitten. Alleen aan de kat van de buurvrouw zal hij nooit gewend raken. Dat mormel krijgt hij ooit wel eens te pakken! Op luchtige wijze en in korte hoofdstukjes krijg je het relaas van een hond en zijn nieuwe baas. De vlotte schrijfstijl en herkenbare scènes maken het verhaal heel toegankelijk voor jonge kinderen die lezen niet als hobby hebben. Ook de hoge aaibaarheidsfactor van Bezem lokt hen naar dit vertederend verhaal. Ervaren lezers zullen dan weer het originele vertelperspectief waarderen. Het hele verhaal wordt immers verteld vanuit Bezems standpunt. Dat dit tot komische voorvalletjes leidt, hoeft geen betoog: het bezoek aan de dierenarts is voor baas noodzakelijk, voor Bezem is er niets prettigs aan. Het pakje boter dat Bezem naar binnen schrokte, komt er even snel weer uit. Dat is dan weer voor baas niet prettig, Bezem is blij dat hij er vanaf is. En Bezem begrijpt helemaal niet wat baas ziet in Pip, het hondje van tante Jaan dat een weekje komt logeren. Ziet baas dan niet dat Pip niksiger is dan niks, een korreltje op vier poten, zò klein? Ook als Bezem en zijn baas gaan kamperen blijft het komische niet achterwege. Stokken met een lap eroverheen blijken het nieuwe huis te zijn. Het gesnuif van een enorm beest naast de tent is een koe, die een nieuwsgierig kijkje komt nemen. Deze kampeervakantie doet Bezem ten volle beseffen dat baas en hij echt bij elkaar horen. De baas gaat immers steeds meer en meer op hem lijken. Hij slaapt net als Bezem op de grond, doet vaak een tukje tussendoor, eet uit een plastic bakje èn hij plast tegen bomen en struiken. Het verhaal eindigt met de hartverwarmende vriendschap tussen hond en baas, het weekje op proef wordt een wensdroom die voor beide hoofdrolspelers in vervulling gaat. Bibi Dumon Tak is geroemd om haar literaire non-fictieboeken (Koeienboek, Wat een circus, Camera loopt, actie), maar ook dit fictieverhaal mag er zijn. Het vloeiende taalgebruik, de speelse humor en de originaliteit wat vertelstandpunt en enkele taalspitsvondigheden betreft, maken dit boek tot een heel aardig geheel. Ook de illustraties van Fiel van der Veen laten de lezer niet onberoerd. Ze onderstrepen de karaktertrekjes van Bezem of lichten een tip van de sluier over de inhoud van een nieuw hoofdstuk. Bezem, een hond om van te houden, een boek om te hebben!