Anna's grote reis

Anna is twaalf en woont samen met haar mama en twee zussen in het Amsterdam van 1847. Het is een zware tijd voor de familie. Anna’s kleine broertje is net overleden aan kroep. Anna’s vader is op reis met zijn koopvaardijschip naar Nederlands-Indië. Hij is wel vaker lange tijd weg, maar nu valt zijn afwezigheid zwaar op de schouders van de moeder, die erg lijdt onder de dood van Cornelis. Saskia, Anna’s grote zus, springt bij en neemt het huishouden over. Toch blijft de toestand van moeder achteruit gaan. Als vader terugkeert neemt hun leven een onverwachte wending ... Hij besluit hen mee te nemen op zijn volgende vaart naar het verre Indië, een zeer uitzonderlijke beslissing! Een kapitein neemt namelijk nooit zijn gezin mee op reis. Anna kijkt erg uit naar dit grote avontuur. Hoe ziet dat vreemde land, waar haar vader altijd over vertelt, eruit? Zal ze het leuk vinden aan boord? Een lange zeilreis is nooit zonder gevaren ...

Het boek is inhoudelijk opgedeeld in drie delen: de tijd in Amsterdam voor het vertrek, de reis op zee, de tijd in Nederlands-Indië. Het is verdeeld in vierentwintig hoofdstukken waarbij telkens een tijdsaanduiding vermeld staat. Zo krijg je een goed besef van de duur van zo’n zeilreis in die tijd. In het eerste deel van het boek krijg je een gedetailleerd beeld van het leven van een kind in Amsterdam in het midden van de negentiende eeuw. Je ziet Anna en Kaatje als het ware rondwandelen over de oude straatjes en bruggetjes van de stad. Je kan je zelfs de stank voorstellen die in de zomermaanden uit de grachten opsteeg. Het tweede deel speelt zich af aan boord van het koopvaardijschip waarop haar vader kapitein is. Anna legt contacten met de bemanning en is erg geïnteresseerd in het reilen en zeilen aan boord. Ze wil alles weten over het uitstippelen van de route en het navigeren van het schip. Dat zo’n lange reis gevaren met zich meebrengt, spreekt voor zich. Hun verblijf in Nederlands-Indië, dat vreemde, mooie land waar haar moeders broers een plantage runnen, komt aan bod in het derde deel. Anna brengt haar dagen door met Michiel, een scheepsmaatje. Ze leren over de gevaren van de jungle en het werk op de plantage. Ze maken kennis met de vriendelijke bevolking van de kampong en genieten van het warme weer. ​

Een meeslepend verhaal, in een erg realistische schrijfstijl die de tijd waarin het zich afspeelt eer aandoet. Een tijd waarin het tempo van het leven een stuk trager was dan we nu gewoon zijn. Dat ervaar je ook zo als lezer. Sommige passages verlopen erg traag. Dat kan misschien een struikelblok vormen voor de jongere lezer op zoek naar een verhaal met tempo. Binnenin het boek vinden we vooraan een wereldkaart waarop de reisroute van Nederland naar Batavia wordt aangeduid. Achteraan is er een oude stadskaart van Amsterdam gedrukt, met daarop de drie locaties waar het leven van Anna zich afspeelt. Fijn om af en toe eens te bekijken tijdens het lezen. Verder bestaat de voorkaft uit een sobere sepia foto van een meisje met de zee als achtergrond. Er zijn geen verdere illustraties aanwezig, maar die werden ook niet gemist omdat de beschrijvingen zeer gedetailleerd zijn. Oudere woorden of woorden die uit het Indonesisch zijn ontleend worden achteraan per hoofdstuk uitgelegd. Dat levert je meteen een mooi lijstje nieuwe woordenschat op! 
Inez van Loon liet zich tot dit verhaal inspireren door de dagboeken van Anna Abrahamsz waarin zij haar uitzonderlijke reis naar Nederlands-Indië in het midden van de negentiende eeuw beschrijft. Het dagboek wordt bewaard in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.

Tip: Op volgende facebook link vind je de illustraties die je (misschien) gemist hebt in het boek. Je zal het dwerghertje direct herkennen! https://www.facebook.com/Annas-grote-reis-691045954380815/