Als iemand ooit mijn botjes vindt

'Als iemand ooit mijn botjes vindt', een dichtbundel over mogelijke (of uitgestorven?) dieren met namen van bijna uitgestorven Nederlandse woorden. Een poging dus om het dierenrijk van een paar nieuwe exemplaren te voorzien, met een knipoog naar het ecologische thema.
De gedichtjes zijn leuk, mooi gepolijst en dus wars van overbodige woorden. Jaap Robben heeft duidelijk veel aandacht en tijd besteed aan de structuur van zijn gedichten. De titels zijn zoals gezegd bijna uitgestorven Nederlandse woorden als ulevel (een snoepje), falie (regenmantel) en avegaar (spiraalboor). Als je de verzen leest en vervolgens even googelt, krijgen ze een diepere betekenislaag. In één van de gedichten wordt de avegaar bijvoorbeeld vergeleken met een soort boekenwurm die zich een gat door glas eet. De gedichten op zich zijn al grappig, maar de titels voegen nog wat extra humor toe.
En alsof de teksten nog niet origineel genoeg waren, krijgen we ook nog leuke illustraties van Benjamin Leroy. Met 'Apeneiland' verscheen een eerder bizar prentenboek van zijn hand waarvan de illustraties toch eerder bevreemdend waren af en toe. Maar in dit boek sluiten de kleine monsters die hij weer creëerde echt naadloos aan bij de luchtige verzen. Schrijver en illustrator werkten al eerder samen voor 'De zuurtjes' en 'Zullen we een bos beginnen'.
De titel van de bundel had me even op het verkeerde spoor gezet. Ik dacht bij het schoeiselloze diertje op de cover spontaan aan 'botjes' in de betekenis van laarzen. Als je dan het boek openslaat en de dierenbotten ziet, weet je genoeg. Een eerste glimlach op mijn gezicht, en er zouden er nog veel volgen.